Tegenwoordig worden vele natuurlijke materialen aangeboden om te spinnen. Naast de gebruikelijke producten van vachten van schapen zien we zijde, mohair, kameel, alpaca, brandnetel, mais, bamboe en nog veel meer. Om deze producten te verkrijgen zijn er veel leveranciers. Hiervoor zie je op LandelijkeSpingroep via de links de nodige adressen. Ook is er in Nederland de mogelijkheid je vachten te laten wassen en kaarden bij Wollust. Maar dan moet je nog wel aan de slag om te spinnen, vandaar het volgende onderwerp.
We hebben in Nederland over het algemeen 2 typen spinnewielen: dubbel-en enkelsnarigen. Deze laatste kan weer onderverdeeld worden in vlucht- of klosaangedrevenen, enkel- of dubbeltraps.
Bij het dubbelsnaarstype worden zowel de vlucht als de klos aangedreven, waarbij het verschil in grootte van de schijven de remming (opwinding) verzorgt, waarbij de schijf van de klos iets kleiner is dan de schijf van de vlucht. De snaar moet in dit geval van niet rekbaar en glad materiaal zijn om enigszins te kunnen slippen, bv. vissersgaren. Om het koord op de juiste spanning te kunnen afstellen, wordt meestal gebruik gemaakt van een stelschroef. Deze afstelling is essentieel voor het spinnen. De twisting van de draad is afhankelijk van de snelheid van het trappen, het aantal omwentelingen van de vlucht, de snelheid van het invoeren en de dikte van de draad.
Bij de enkelsnarige wielen zien we 2 typen: de vlucht- of klosaangedrevenen
Bij de klosaangedrevenen (bv Louet) wordt de vlucht door de gesponnen draad meegenomen. Door de vlucht enigszins af te remmen, wordt de draad opgewonden op de klos. Deze afremming is meestal een leertje en stelschroef.
Bij de vluchtaangedreven typen (bv Mayacraft) wordt de klos afgeremd door middel van een draad over de klosgleuf en wordt meestal op spanning gehouden door een veertje of stelschroef.
Dan nu na de theorie het echte spinnen:
Het belangrijkste is de afstelling van je wiel. Op de eerste plaats de trapwijze: Iedereen heeft zich een bepaalde trapwijze aangewend, de één trapt erg snel en de ander langzaam. De zithouding is heel belangrijk, immers spinnen is ontspanning. Aangezien de huidige nieuwe wielen voorzien zijn van een poelie met verschillende groottes groeven, ook wel ratio’s genoemd, kunnen we met jouw trapwijze de omwentelingen regelen door een dusdanige versnelling (ratio) te kiezen, zodat je de juiste twisting krijgt. Vergelijk het met een versnelling van een fiets. Ook de invoersnelheid speelt natuurlijk een grote rol. De ratio’s worden aangeduid naar de verhouding van het grote wiel. Als deze aanduiding 1:8 is, wil dat zeggen, dat het grote wiel 1x rond draait en de poelie 8x. Zorg dat alle draaiende delen voldoende smering hebben.
Tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst liet Joke zien hoe zij rolags maakt op het mengbord. Met lontwol worden er banen van verschillende kleuren aangebracht, ook kunnen er verschillende kleuren over elkaar heen aangebracht worden. Aandrukken met een kwast en met 2 breinaalden de rolags oprollen in 3 etappes. Hieronder enkele foto's. (Volgen nog).
Spinnewiel Little Olympic, gemaakt door Jan Zandbelt (20-4 1937) in 2019
Trap eerst een poosje "droog"om de dubbele aandrijving te leren kennen en te voelen wat voor jou het prettigste tempo is. Het is belangrijk dat de kleine crankjes net als bij de fiets altijd vooruit trappen, zowel bij het spinnen als het twijnen. Dit wordt geregeld door de groene snaar.
Het spinnewiel draait vanzelf naar rechts of links. De groene snaar heeft de vorm van een 8. Wil je de richting van het wiel veranderen met spinnen of twijnen, dan maak je de groene snaar los aan de bovenkant. Leg de "slag" in de snaar andersom en maak de snaar weer vast. Nu draait het wiel naar de andere richting.
De zwarte snaar wordt om het wiel en de poelie gelegd . De poelie (ratio’s) bepaalt de snelheid van de draaing. Hoe kleiner de groef, hoe sneller de vlucht draait. De groeven in het wiel zijn bedoeld om de spanning van de snaar te allen tijde gelijk te houden. Dus bij de kleinste groef van de poelie hoort de grootste groef van het wiel. Een en ander is afhankelijk van materiaal, trapwijze, dikte van draad en snelheid van trappen en invoeren. Dit is voor iedereen anders en je zult het zelf moeten aanvoelen en het spinnewiel afstellen.
De rem voor de vlucht wordt geregeld door de dunne draad en de veer. Deze draad/snaar leg je over de groef in de garenklos. Bij het rechtsom spinnen wordt dit snaartje gekruist aangebracht en bij twijnen het kruis eruit gehaald. Het veertje zit dus altijd aan het uiteinde van de remmingsdraad en kan zo het veertje de eventuele oneffenheden opvangen. Deze snaar kan strakker of losser worden gespannen door te draaien aan de handgreep waar het snaartje aan vast zit. Naar rechts draaien = strakker; naar links draaien = losser. Volgens Jan is "een klein tikkie" al genoeg.
De draad op de garenklos rijg je door de een oogje op de vlucht. De klem met de oogjes kan van plaats veranderen om de garenklos regelmatig op te kunnen winden. Knijp in de beide oogjes, en verschuif de klem. Als je de oogjes loslaat, zit de klem weer vast. Leid de draad door het schroefoogje op de vlucht en voer de draad door het oog aan de voorkant van de vlucht.
Garenklos wisselen: Maak de vluchtrem los door de handgreep iets losser te draaien en haal de remsnaar van de garenklos. De vlucht kun je nu los draaien door met de linkerhand de poelie vast te houden en met de rechterhand de vlucht naar links los te draaien. Houd de schijf achteraan vast, draai de vlucht naar links. Verwijder de vlucht, haal de garenklos van de spil. Zet een nieuwe garenklos op de spil en maak de vlucht en de rem in omgekeerde volgorde weer vast. Smeer regelmatig de spilas in met zuurvrije vaseline om alles soepel te laten lopen.
Uit elkaar halen: Dit spinnewiel is al een klein spinnewiel, dat eenvoudig is te dragen. Het kan echter nog in kleinere gedeelten uit elkaar worden gehaald, die met elkaar in een flinke boodschappentas kunnen worden meegenomen. Het uit elkaar halen in delen van het spinnewiel gaat als volgt:
Bovenste deel: Maak de zwarte snaar los van de spilschijf aan de bovenkant van het spinnewiel. Draai de horizontale hendel halverwege het spinnewiel los (naar je toe). Je kunt het bovenste er nu uit tillen. De hendel hoeft niet helemaal losgedraaid te worden hiervoor. In de metalen as van het bovenste deel zit een plat gedeelte. Als je het spinnewiel weer in elkaar zet, moet dit metalen deel zo zitten, dat de hendel er op kan worden vastgezet. Het bovenste deel van het spinnewiel zit dan mooi haaks en stevig vast op het onderste deel.
Middelste deel: Om het middelste deel te verwijderen van de voet, handel je zo: Maak de groene snaar aan het wiel los. Deze kan gewoon aan de voet blijven zitten. Bij de rechter trapplank van de voet zit een metalen borgpen met een touwtje in een gat. Trek aan het touwtje van de borgpen en verwijder deze. Het middenstuk kun je nu voorzichtig verwijderen van de voet. Steek de borgpen weer terug in het gat van de vertikale poot van het spinnewiel, om verlies van de pen te voorkomen.
Het spinnewiel bestaat nu uit drie delen. In elkaar zetten gaat in omgekeerde volgorde. Belangrijk is: Plaats eerst de zwarte snaar alvorens de groene te monteren. Als je dat vergeet, moet je de groene er eerst weer afhalen. Je doet het maar een paar keer fout.
Zorg goed voor ons wiel. Trek geen schoenen aan met trappen, om krassen op de trapplankjes te voorkomen.
Als je het wiel langere tijd niet gebruikt: Maak de spanning op de vluchtrem losser en maak de zwarte snaar en groene snaar los. Zo blijft alles sterk en op spanning.
Houd het wiel buiten bereik van kinderen en huisdieren.
En:..........Geniet van het spinnen op dit unieke wiel!!
AdJ september 2019